Mijn persoonlijk getuigenis
Mijn naam is Heang Koy, ik ben 57 jaar oud en predikant van de Gethsemané kerk van de Cambodjaans Evangelische Kerk, een onderdeel van de CMA (Christian and Missionary Alliance). Ik woon in Prey Chhor in de provincie Kompong Cham in Cambodja. Ik ben ook directeur van Spie-en Cambodja-Holland.

Cambodja is getroffen door een gewelddadige burgeroorlog, met als gevolg verwoesting van een groot deel van de infrastructuur, huizen en scholen, ontelbare doden en veel gebroken en verwoeste gezinnen. De oorlog begon in 1970 en duurde tot 1998 toen er eindelijk vrede kwam.

Hoe mijn leven is veranderd toen ik christen werd
De eerste keer dat ik het goede nieuws hoorde van Jezus de Redder was in 1977 via een radio-uitzending van de Far East Broadcasting Company “The Voice of Love” (De stem van de liefde), het was een uitzending vanuit Manila in de Filippijnen. Zij vertelden het goede nieuws over Jezus, die zoveel liefde had voor de mensen en hen van hun zonden had gered. Jezus die kwam om te sterven en zondaren te redden? Ik begreep er niets van.

Net als alle Cambodjanen beschouwde ik het christelijk geloof als de godsdienst van het westen. En Jezus was de God van de Fransen.

Dit zat heel diep geworteld in mijn Cambodjaanse denken, omdat Cambodja bijna een eeuw lang een kolonie is geweest van Frankrijk en er daardoor ook veel katholieken waren in Cambodja.

De godsdienst van de Cambodjanen was voor mij het boeddhisme.

Pas in 1984 hoorde ik opnieuw over de liefde van Jezus. Een oom van mij, ds Eang Chhun vertelde mij hoe de Here Jezus naar de aarde kwam om de wereld van de zonde te redden.

Maar ik weigerde in Hem te geloven. Maar toch kon ik de boodschap van Gods liefde die ik gehoord had, niet vergeten.

Een jaar later gebeurde er iets bijzonders. Ik kreeg een droom! Ik zag een man, het leek wel een engel, gekleed in een gewaad die de kleur had van een lotusbloem. Hij vertelde me dat er heel veel zielen waren die mijn hulp nodig hadden.

Maar ik snapte niet wat de droom betekende, en de enige reactie die ik kon bedenken was het organiseren van een boeddhistische ceremonie volgens Cambodjaanse gebruiken.

De langdurige oorlog heeft grote invloed gehad op mijn leven. Ik werd soldaat voor het leger toen ik nog jong was. Na vier jaar ging ik bij de politie werken. In beide diensten kwam ik de Rode Khmer tegen.

In 1986 werd ik gevangen genomen door de Rode Khmersoldaten van Pol Pot, terwijl we op een speciale missie waren. Alleen omdat een paar gewone burgers het voor mij opnamen, werd ik vrijgelaten.

Een wonder
In februari 1987 werd ik met een paar collega’s op pad gestuurd om de grens tussen Thailand en Cambodja te bewaken. Op een dag reden we met een legertruck over een landmijn. Ik zat naast de bestuurder toen het voorwiel de mijn raakte. De mijn explodeerde en de truck was total loss! Er zaten nog 20 soldaten in de truck, maar niemand was gedood of gewond. Ik was de enige die bewusteloos raakte, omdat ik boven het wiel zat toen de landmijn explodeerde.

Meteen na de explosie ging iedereen zoeken waar ik was, maar ze konden mij niet vinden. Ik weet nog steeds niet hoe het is gegaan, maar ik ben ongeschonden uit de truck gekomen en zat tegen een boomstronk toen ik bij bewustzijn kwam, helemaal onder de motorolie en stof. De anderen dachten dat ik een deel van de boomstronk was. Zo vonden de andere soldaten mij, veegden me een beetje schoon en tot hun grote verbazing had ik helemaal niets.

Vanaf toen geloofden ze dat ik een man was met bovennatuurlijke krachten van bescherming. Ze branden wierookstokjes voor me en vroegen me hen ook een beetje van die krachten te geven!

Ik vertelde hen dat ik helemaal geen bijzondere krachten had, maar dat het de kracht was van Jezus, waarover mijn oom mij had verteld. God was het die ons allemaal had beschermd, en ik niet. Hoe bijzonder is het, dat God mij heeft beschermd en mijn leven heeft gered, zelfs toen ik nog niet in Hem geloofde.

Enkele maanden later, op 27 september 1987, opende de Here mijn ogen en mijn hart en ik begreep wat zonde was. Gods liefde wilde mij redden van alle banden van de zonde.

We waren met een groep soldaten gelegerd langs de Vietnamese grens om daar de grens te bewaken. Op een avond toen de meesten al sliepen, zat er nog een groepje soldaten een kaartspelletje te doen. Ze kregen ruzie en beschuldigden elkaar van valsspelen. Ik luisterde naar de ruziënde soldaten, en dacht plotseling: Hoe kan het toch? Toen we tegenover de vijand stonden waren we allen één om de vijand tegen te houden en elkaar te beschermen. Maar daarna maken we ruzie en vechten we met elkaar.

Op dat moment opende de Heer mijn ogen. Ik begreep de vuilheid van de zonde. Ik kon niet langer liggen luisteren. Ik stond op en liep weg in het maanlicht, ver genoeg om ze niet meer te hoeven horen. Toen legde de Heilige Geest een gebed in mijn hart: “Here Jezus, Ik geloof dat U kwam om zondaren te redden. Alstublieft, vergeeft me. Ik ben een zondaar.”  Dit was de eerste keer dat ik tot God heb gebeden. Mijn ogen waren wijd open, ik keek naar de maan in de rust van die stille nacht. En ik herinnerde mij de woorden over Jezus, die mijn oom mij had verteld. En ik opende mijn hart voor Jezus.

Later kreeg ik op een nacht een soort visioen. Ik stond in een grote zaal waar veel mensen aanwezig waren. Ze riepen naar me: “Heang Koy, heb je besloten om in Jezus te geloven?” Ik stapte van mijn motor, nam mijn helm af en antwoordde vlug: “Ja, dat heb ik besloten.” Ik kende niemand van de aanwezigen, maar het leek alsof ze mij wel kenden. Ze vroegen mij of ik op het podium wilde komen. Ik boog diep en iedereen legde hun handen op mij en baden voor mij. En ik hoorde hen een loflied zingen voor God.

De volgende morgen werd ik wakker met een wonderlijk gevoel, vanwege het visioen. Ik wilde weten wat het betekende. Zo gauw ik kon reed ik naar huis, naar mijn oom in Phnom Penh om hem te vertellen dat ik geloofde in Jezus. Ook pastor Ngov Vorn, die de verschrikkingen van Pol Pot had overleefd was bij hem. Zij baden voor mij en legden hun handen op mij. Ze vertelden mij dat ze op zoek waren naar andere christenen in Kompong Cham om samen te komen en te aanbidden.

Mijn gemeente begon met twee mede christenen die ik had ontmoet, later kwamen er nog eens drie bij. Ik bemoedigde hen in het geloof en bad met hen. Al snel daarna plantte ik een kleine gemeente in de provinciehoofdstad Kompong Cham en in 1988 de gemeente van de Gethsemane church in mijn woonplaats Prey Chhor.

Vernedering
Ik was politieagent toen ik mijn leven aan Jezus gaf. In de ogen van mijn superieuren waren gelovigen bedriegers en spionnen voor het westen. Toen ze hoorden dat ik christen was geworden, vroegen ze me daar meteen mee te stoppen, maar dat kon en wilde ik niet. Ze begonnen me te treiteren.

Ik werd ervan beschuldigd dat ik een CIA agent was en samenwerkte met de Amerikanen. Op een dag werd ik binnengeroepen bij een hoge officier die me vertelde: “Heang Koy, je moet stoppen met het geloven in Jezus, als je promotie wilt maken.” Ik antwoordde: “God heeft mij gered en mijn leven bewaard in de oorlog. Toen ik gevangen werd genomen door de soldaten van Pol Pot, heeft Jezus mij bewaard. Toen de truck waarin ik reed een landmijn raakte, heeft God mij beschermd. Ik kan niet stoppen met geloven in Jezus. Ook al zal ik nooit promotie maken, het zij zo.” Na twee maanden werd ik in rang verlaagd van kapitein naar cadet, dezelfde rang als een beginneling.

Ook al kreeg ik te maken met zowel lichamelijke als emotionele vernedering, ik bleef trouw aan Jezus, maar ook aan mijn taken als politie. Uiteindelijk werd ik bevorderd van 2e luitenant naar 1e luitenant naar kapitein. Ik weet zeker dat de Here mijn trouw was en het herstel van mijn rang heeft geleid.

Maar een poos later begon het opnieuw, een hoge politiefunctionaris droeg me op om op te houden met het geloven in Jezus en te stoppen met het vertellen over Hem. Opnieuw kreeg ik te horen, dat als ik gehoorzaamde, ik zou worden bevorderd. Opnieuw antwoordde ik: “Ik moet de Here Jezus gehoorzamen en zondaren vertellen dat ze zich moeten bekeren en zo gered kunnen worden.”
Een maand later werd ik opnieuw gedegradeerd, deze keer van kapitein naar 2e luitenant. Ook al werd ik persoonlijk lastig gevallen, het goede nieuws bereikte veel Cambodjanen en velen kwamen tot geloof.

Ds. Heang Koy met zijn vrouw Uy Somona

Ik ben heel blij dat ik God nu al bijna 30 jaar mag dienen. Ik ben vervolgd vanwege mijn geloof, maar in een veel betere situatie vandaag de dag. Het is een voorrecht om deel te mogen uitmaken (samen met vele anderen) van Gods Koninkrijk, en mee te mogen werken aan het brengen van het Goede Nieuws van Jezus Christus aan mijn landgenoten.

We begonnen in de jaren ’80 met ongeveer 30 gelovigen. En nu is het aantal christenen in Cambodja ongeveer 2% op een bevolking van 15 miljoen.

God wil me nog steeds gebruiken om Hem te dienen en meer kerken te planten in mijn land. Momenteel zijn er binnen de Cambodjaans Evangelische Kerk 211 kerken met een totaal zielenaantal van 6.172. Ons kerkgenootschap heeft ons land verdeeld in 4 districten, met een hoofd voor elk district. God heeft mij geroepen om districtshoofd te zijn van het district Oost, die 5 provincies omvat met daarin 63 kerken met 3.378 actieve kerkleden. Ik ga door met het brengen van het evangelie met als doel het bereiken van meer Cambodjanen om hen voor Christus te winnen.

Geloofd zij de Here voor alles wat Hij heeft gedaan in Cambodja.

 

Pin It on Pinterest